Levert de wijziging van de schenkbelasting voor u een voordeel op ?

Terugvallend vruchtgebruik : geen erfbelasting maar …

Eerder deelden wij mee dat er over een eventueel terugvallend vruchtgebruik geen erfbelasting meer verschuldigd zal zijn door de langstlevende der echtgenoten / wettelijk samenwonende partner.
In dit kader dient men er evenwel rekening mee te houden dat er mogelijks schenkbelasting verschuldigd zal zijn indien de schenking, die aanleiding geeft tot de terugval van vruchtgebruik, geregistreerd werd.  Dit betreft zowel de schenking roerende als van onroerende goederen.

Generation skipping : het verleden en de toekomst

Vandaag is het zo dat kinderen reeds een eigen vermogen hebben opgebouwd wanneer hun ouders overlijden, zodoende hebben zij minder behoefte aan een erfenis. De kleinkinderen daarentegen staan op dat moment voor de grote uitdagingen in hun leven en voor hen is een financieel duwtje in de rug dan ook welgekomen.
Eén van de mogelijkheden om de kleinkinderen te bevoordelen, bestaat erin dat de kinderen de nalatenschap verwerpen ten voordele van de kleinkinderen.
In het verleden mocht de fiscus echter niet benadeeld worden door deze verwerping.  Hier bracht het decreet van 8 december 2017 verandering in.  Vanaf dat ogenblik werd de erfbelasting berekend in functie van het aantal kleinkinderen (en dus geen rekening houdend met het aantal -verwerpende- kinderen).   Indien er meer kleinkinderen dan kinderen zijn, kan dit voor een optimalisatie zorgen.   Nadeel is echter dat het een “alles of niets” verhaal is : men kan m.a.w. de nalatenschap niet gedeeltelijk verwerpen.
Vanaf 1 september 2018 heeft de wetgever hier getracht een mouw aan te passen door te voorzien in de mogelijkheid van een gedeeltelijke erfenissprong.
Concreet komt het erop neer dat de kinderen erven van hun ouders en hierover erfbelasting moeten betalen maar voor overlijdens vanaf 1 september 2018 hebben zij de mogelijkheid om (een gedeelte van) hun erfdeel over te dragen aan hun kinderen zonder betaling van schenkbelasting. 
Aan deze overdracht zijn uiteraard een aantal voorwaarden verbonden.  Zo zal deze “doorgeefschenking” binnen het jaar na het overlijden moeten gebeuren en steeds voor notaris verleden moeten worden.
Zo zou een kind bijvoorbeeld zijn aandeel in een onroerend goed dat hij/zij heeft geërfd van de ouders, vrij van schenkbelasting kunnen overdragen aan zijn/haar kinderen.
Dit kan een aanzienlijke besparing opleveren die evenwel nooit groter kan zijn dan de door de eerste erfgenaam (in casu het kind) betaalde erfbelasting.
Ook de langstlevende der echtgenoten kan van deze techniek gebruik maken om een gedeelte van zijn/haar erfdeel in de nalatenschap van de eerststervende belastingvrij aan de kinderen over te dragen.

Erfovereenkomsten en vermelding van vroegere schenkingen

Vanaf 1 september 2018 wordt een uitzondering gemaakt op het verbod van opmaken van overeenkomsten over nog niet opengevallen nalatenschappen. 
In de toekomst zullen ouders en alle (stief-)kinderen samen aan tafel kunnen gaan zitten om afspraken te maken over de gehele nalatenschap van de ouders. 
In voormelde overeenkomst zou men o.a. afspraken kunnen maken omtrent de in het verleden door de ouders gedane schenkingen.  Welnu, de loutere vermelding van deze vroegere schenkingen zal niet beschouwd worden als een bewijs van de schenking en zal zodoende geen aanleiding geven tot het heffen van schenkbelasting.  Zelfs indien deze vroegere schenkingen (bijvoorbeeld bankgiften) niet geregistreerd werden.
Zouden de partijen daarentegen wensen dat de erfovereenkomst wel strekt tot bewijs van de schenking, dan kunnen zij een uitdrukkelijke fiscale verklaring in de overeenkomst opnemen.  In voorkomend geval zal er dan uiteraard wel schenkbelasting geheven worden.
Zouden de ouders bijvoorbeeld minder dan drie jaar geleden één of meerdere niet-geregistreerde schenkingen hebben gedaan en in slechte gezondheid verkeren, dan kunnen zij ervoor opteren om deze schenkingen uitdrukkelijk te vermelden in de erfovereenkomst én aan schenkbelasting te onderwerpen.