De speculatietaks : Stand van zaken

Sinds de aanvang van zijn wetgevend parcours was deze nieuwe taks het voorwerp van tal van kritieken en commentaren. Het lijkt ons dan ook nuttig om u hieronder meer duidelijkheid over deze belasting te verschaffen.

Er bestaan niettemin nog een aantal vraagtekens, in die mate dat er in de loop van 2016 wellicht een herstelwet zal worden gestemd om ze (te trachten) uit te klaren.

Wie wordt beoogd ?

Enkel natuurlijke personen, al dan niet Belgische fiscale ingezetenen, zijn aan deze taks onderworpen.Tot de niet-ingezeten particulieren behoren de personen die genieten van het statuut van Europese ambtenaar of van ambtenaar van een internationale instelling en die zich in België gevestigd hebben om er hun functie uit te oefenen.

Naargelang van het geval is het de volle eigenaar of de blote eigenaar (in geval van splitsing van eigendom van het effect) die de taks verschuldigd zal zijn. De vruchtgebruiker wordt niet beoogd.

Worden evenmin beoogd: vennootschappen en rechtspersonen onderworpen aan de rechtspersonenbelasting (VZW’s, stichtingen, …).

Op welke effecten heeft de taks (geen) betrekking?
Aandelen die op een Belgische of buitenlandse markt noteren, zijn onderworpen aan de taks, alsook certificaten van beursgenoteerde aandelen of deelbewijzen en andere beursgenoteerde financiële instrumenten die investeren in de evolutie van de waarde van een onderliggend actief dat uitsluitend uit één of meer beursgenoteerde aandelen bestaat.

Beursgenoteerde opties en warrants worden beoogd, voor zover de onderliggende waarde van deze opties of warrants voor 100% in beursgenoteerde aandelen belegd is.

We merken op dat de wet duidelijk bepaalt dat de verrichting betrekking moet hebben op beursgenoteerde effecten; de wet zegt niet dat de verrichting op de beurs moet gebeuren. Bijgevolg kan de verkoop buiten beurs van beursgenoteerde effecten aanleiding geven tot de belasting (indien alle bij wet bepaalde voorwaarden vervuld zijn).

Deelbewijzen van beveks, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, GVV’s (Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen), trackers, evenals converteerbare obligaties, aandelen van niet-beursgenoteerde vennootschappen en financiële instrumenten verworven in het kader van de beroepsactiviteit (bv. opties toegekend door de werkgever, financiële instrumenten ontvangen bij de uitoefening van beursgenoteerde opties) zijn niet onderworpen aan de taks.
Hetzelfde geldt wanneer de meerwaarde gerealiseerd wordt door de enige wil van de emittent, zonder dat de belastingplichtige een keuze heeft (bv. fusie, splitsing, spin-off, squeeze-out, …).

De toekenning van een keuzedividend (dat wil zeggen in de vorm van aandelen) valt onder het toepassingsgebied van de taks indien de belastingplichtige op het ogenblik van de toekenning de keuze heeft tussen cash en aandelen. Vanuit juridisch oogpunt bestaat een keuzedividend immers in een toekenning van cash gevolgd door de inbreng van de cash in de vennootschap, die wordt vergoed door de uitgifte van nieuwe aandelen.

Hoe zal de belasting worden geheven?
Voor de verrichtingen die via een in België gevestigde bank worden uitgevoerd, zal de belasting worden geheven in de vorm van een roerende voorheffing van 33%.
Voor de in het buitenland uitgevoerde verrichtingen en de nominatieve effecten zal men verplicht zijn om de gerealiseerde meerwaarde in de belastingaangifte te vermelden.

Hoe wordt de belastbare grondslag bepaald ?  

Traditioneel wordt een meerwaarde bepaald door het positieve verschil tussen de verkoopprijs en de aankoopprijs.
De verkoopprijs wordt niettemin verminderd met de werkelijk gedragen taks op beursverrichtingen (TOB) en de aankoopprijs wordt vermeerderd met de TOB.
Eventuele andere kosten worden niet in aanmerking genomen.

Indien de aankoopprijs niet kan worden bepaald, is de meerwaarde gelijk aan de verkoopprijs!

Welke soorten verkrijgingen worden beoogd ? 


Alle « verkrijgingen onder bezwarende titel », maar ook de verkrijgingen door schenking (met een vervreemding binnen de 6 maanden na de verkrijging onder bezwarende titel door de schenker) worden beoogd. De effecten die ingevolge een nalatenschap worden verkregen, zijn uitgesloten.

Welke regel is toepasselijk op opeenvolgende aankopen van eenzelfde effect?
De regel « Last In, First Out » (LIFO) is van toepassing. Voor de berekening van de belasting zal men dus beschouwen dat de laatste aankopen het eerst verkocht worden.
Dit principe is eveneens van toepassing in het kader van de aftrek van de eventuele minderwaarden.
Enkel de minderwaarden gerealiseerd bij dezelfde overdracht en op financiële instrumenten met dezelfde ISIN-code, kunnen worden afgetrokken.

Hieronder vindt u een concreet voorbeeld.
Meneer Janssens voert de volgende verrichtingen uit:
Aankoop in januari 2016 van 100 aandelen A aan 7 EUR per aandeel.
Aankoop in april 2016 van 100 aandelen A aan 11 EUR per aandeel.
Verkoop in mei 2016 van 150 aandelen A aan 9 EUR per aandeel.

Toepassing van de LIFO-methode:
Op de in april gekochte aandelen realiseert Meneer Janssens een minderwaarde van 200 EUR (100 x (11 - 9)).
Op de in januari gekochte aandelen realiseert Meneer Janssens een meerwaarde van 100 EUR (50 x (9 - 7)).

De belastbare meerwaarde is dus nul.
Het saldo van de minderwaarde wordt niet overgedragen.

Bijzonderhied : ongedekte verkopen


De ongedekte verkoop (ook wel « short selling » genoemd) bestaat in de verkoop op termijn van een actief dat men niet bezit op de dag waarop deze verkoop onderhandeld wordt, maar dat men zal bezitten op de dag waarop de levering ervan voorzien is.
De hierbij gerealiseerde meerwaarden vallen eveneens onder het toepassingsgebied van de taks.

Inwerkingtreding

De taks is van toepassing op de meerwaarden gerealiseerd op financiële instrumenten verworven vanaf 1 januari 2016 of, in geval van ongedekte verkoop, verkocht vanaf 1 januari 2016.

Het departement Wealth Planning and Structuring zal u op de hoogte houden indien er nieuwe informatie hieromtrent beschikbaar is en staat voor u klaar om al uw vragen te beantwoorden.