Taks op effectenrekeningen: wat men moet weten!

Wat zijn de kenmerken ervan?

Effectenrekeningen waarvan de gemiddelde waarde per titularis natuurlijke persoon 500.000 € of meer bedraagt, zijn vanaf 2018, onder voorwaarden, onderworpen aan een jaarlijkse taks van 0,15%.

Als de drempel van 500.000 € bereikt is, is de taks van toepassing vanaf de eerste euro.

Het aanhouden van een effectenrekening gedurende slechts één enkele dag maakt de taks opeisbaar op de gemiddelde waarde van de rekening.

Welke natuurlijke personen worden beoogd?

Deze taks heeft jaarlijks betrekking op:

Onder titularis dient te worden verstaan: elke natuurlijke persoon die houder is van een effectenrekening, ongeacht de aangehouden rechten (volle eigendom, blote eigendom of vruchtgebruik).

Worden eveneens beoogd, de vennoten van een maatschap (vroeger « burgerlijke vennootschap » genoemd). Anderzijds worden rechtspersonen (vennootschappen, vzw’s, …) in principe niet beoogd door de taks.

Naast het feit dat deze taks zeer ingewikkeld is, was hij het voorwerp van talrijke kritieken van de Raad van State reeds vóór hij door het parlement werd aangenomen. »

Welke financiële instrumenten worden door de taks beoogd?

De door de taks beoogde effecten zijn:

  1. Aandelen, al dan niet beursgenoteerd, en certificaten van die financiële instrumenten;
  2. Obligaties, al dan niet beursgenoteerd, en certificaten van die financiële instrumenten, met inbegrip van depositobewijzen en thesauriebewijzen;
  3. Deelbewijzen van fondsen (beveks en gemeenschappelijke beleggingsfondsen (GBF’s)), met uitzondering van deelbewijzen van fondsen verworven in het kader van een levensverzekering of pensioensparen;
  4. Kasbons;
  5. Warrants.

De parlementaire werkzaamheden beogen eveneens trackers of « exchange traded funds » die de rechtsvorm kunnen aannemen van ondere andere een beleggingsvennootschap, een GBF of een obligatie.

Opties, futures en swaps zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de taks. Hetzelfde geldt voor liquiditeiten en termijnrekeningen.

Zijn eveneens uitgesloten: nominatieve effecten die niet ingeschreven zijn op een effectenrekening.

Anderzijds sluit de wet niet uit dat nominatieve effecten ook worden beoogd indien ze « ingeschreven » zijn op een effectenrekening, bijvoorbeeld zogenaamde ‘nominee’ effecten en geadministreerde nominatieve effecten.

Conclusie

Naast het feit dat deze taks zeer ingewikkeld is, was hij het voorwerp van talrijke kritieken van de Raad van State reeds vóór hij door het parlement werd aangenomen. Verschillende bepalingen van de wet zouden ongrondwettelijk kunnen blijken. De eerste twee vorderingen tot nietigverklaring van deze wet werden al ingediend. Andere zullen wellicht volgen.

Wordt vervolgd!

Ontdek het volledige artikel van onze Wealth Planner Bruno Ferrier in onze Monthly news van april 2018 en download het hieronder.