Fiscaliteit in 2017: Nieuwigheden in het Brusselse Gewest

Een wijziging van de terminologie en de gelijkstelling van de stiefkinderen en de geadopteerde kinderen

Wat de successierechten betreft, is er voortaan sprake van « partner » in plaats van echtgenoot of wettelijk samenwonende.

De kinderen van de partner worden gelijkgesteld met de kinderen van de erflater voor het toepasselijke tarief van de successierechten in rechte lijn.

Deze maatregel werd ingevoerd om rekening te houden met het stijgende aantal nieuw samengestelde gezinnen.

Een kind dat het voorwerp was van een gewone adoptie, wordt niet als een bloedverwant in neergaande lijn beschouwd, behalve indien het gedurende 6 jaar door de erflater opgevoed werd. Deze termijn is nu tot 3 jaar teruggebracht.

Een kind dat geen bloedverwant van de erflater is en gedurende minstens 1 jaar bij de erflater heeft ingewoond en van de erflater en zijn partner de hulp en verzorging heeft gekregen die ouders normaal aan hun kinderen geven, wordt gelijkgesteld met een bloedverwant.

De overdracht van bedrijven op het vlak van successie- en schenkingsrechten

De bepalingen betreffende de overdracht van familiebedrijven of vennootschappen aangehouden door de erflater (en leden van zijn familie) of een schenker, inwoners van het Brusselse Gewest, zijn gewijzigd om de voorwaarden van het regime te vereenvoudigen. Gelijklopende wijzigingen zijn aangebracht aan het regime van de successie- en de schenkingsrechten.

Voortaan kunnen bedrijven via nalatenschap worden overgedragen in rechte lijn of tussen partners tegen het tarief van 3% en tussen andere personen tegen het tarief van 7%.

De schenking van dergelijke bedrijven is vrijgesteld van schenkingsrechten, ongeacht de band van verwantschap tussen de schenker en de begiftigde, mits naleving van bepaalde voorwaarden.

De erflater of de schenker moet volle eigenaar zijn van de onderneming of van de aandelen van de vennootschap. Hij moet de onderneming persoonlijk of samen met zijn partner uitbaten.

Een participatiedrempel van 50% in de vennootschap is vereist in hoofde van de erflater of de schenker en zijn familie. Deze drempel wordt teruggebracht tot 30% indien de participatie wordt aangehouden samen met andere leden van de familie of met twee andere aandeelhouders en leden van hun familie, al naargelang het geval ten belope van 70% of 90%.

De nieuwe voorwaarden omvatten onder meer dat de onderneming voortaan niet noodzakelijk een KMO moet zijn en dat de overdracht ervan in volle eigendom, vruchtgebruik of blote eigendom kan gebeuren.

De onderneming of de vennootschap moet een « reële » economische activiteit verrichten; dit sluit passieve holdingvennootschappen uit, onder voorbehoud van het geval waarin de holdingvennootschap een minimumparticipatie van 30% aanhoudt in een dochtermaatschappij die een reële economische activiteit uitoefent.

Onroerende goederen die hoofdzakelijk tot bewoning aangewend worden of bestemd zijn en die door de onderneming of de vennootschap aangehouden worden, vallen niet onder het regime.

De activiteit van de onderneming of van de vennootschap moet door de erfgenamen of de begiftigde worden voortgezet gedurende een ononderbroken periode van drie jaar vanaf het overlijden of de schenkingsakte.

Dit gunstige regime is onderworpen aan de neerlegging van een attest waardoor de erfgenamen of begiftigden zich ertoe verbinden om de voorwaarden ervan na te leven.

Het abattement in geval van aankoop van een woning en de afschaffing van de woonbonus

Verkopen van in het Brusselse Gewest gelegen woningen kunnen vanaf 1 januari 2017 genieten van een abattement van 175.000 EUR (in plaats van 60.000 EUR) inzake het verkooprecht (dat 12,5% bedraagt), i.e. een besparing van 21.875 EUR. Dit voordeel is toepasselijk wanneer de prijs van de woning niet meer dan 500.000 EUR bedraagt.

Deze maatregel is van toepassing op voorwaarde dat de koper zijn hoofdverblijfplaats in de woning vestigt.

Dit abattement geldt voor alle authentieke akten ondertekend vanaf 1 januari 2017 of voor onderhandse akten met een vaste datum vanaf 1 januari 2017.

Anderzijds wordt de woonbonus die recht geeft op een belastingvermindering, afgeschaft voor alle hypothecaire leningen die na 31 december 2016 gesloten worden.

De onroerende voorheffing

Het Brusselse Gewest had de onroerende voorheffing voor het aanslagjaar 2016 reeds opgetrokken. Ze zou nog moeten verhogen omwille van de indexering (die echter niet beperkt is tot de in het Brusselse Gewest gelegen goederen) van het kadastraal inkomen die voor 2017 1,7491 bedraagt.

Conclusie

Het Brusselse Gewest heeft zijn regelgeving betreffende bedrijfsoverdrachten willen aanpassen door zich te laten inspireren door het Vlaamse regime, teneinde een uittocht van bedrijfsleiders te vermijden. De fiscale concurrentie tussen de gewesten kan gunstige gevolgen hebben, maar men mag zich niet laten misleiden. Sinds de lancering van zijn fiscale hervorming streeft het Brusselse Gewest ernaar om de inkomsten te verzekeren. Het abattement van de belastbare grondslag inzake het verkooprecht van 12,5% is een cadeau voor kandidaat-kopers, maar zij zullen een onroerende voorheffing verschuldigd zijn die elk jaar zal toenemen, net zoals hun belasting, aangezien ze niet meer van de woonbonus kunnen profiteren. De fiscale last wordt verplaatst, zodat het gewest meer regelmatige inkomsten heeft.