Bovendien mogen we niet vergeten dat er eveneens een hervorming van de vennootschapsbelasting en vooral een grondige hervorming van het belastingregime van de meerwaarden aangekondigd zijn. Over deze twee punten werd echter nog geen politiek akkoord bereikt.
Op 1 januari 2017 zal het basistarief van de roerende voorheffing 30% bedragen. Er zullen echter uitzonderingen blijven bestaan. De roerende voorheffing op het niet-vrijgestelde deel van de interesten op spaarboekjes blijft 15%; de dividenden die worden gestort door Gereglementeerde Vastgoedvennootschappen (GVV’s) waarvan de activa voor minstens 60% uit zorgvastgoed bestaan, zullen eveneens onderworpen zijn aan een roerende voorheffing van 15% (wetsontwerp van 5 oktober 2016).
Ter herinnering, deze taks van 33% is verschuldigd door elke natuurlijke persoon die een meerwaarde realiseert op een beursgenoteerd aandeel naar aanleiding van de verkoop ervan binnen de 6 maanden na de aankoop. Deze taks is van kracht geworden op 1 januari 2016. Hij zou worden afgeschaft voor alle meerwaarden gerealiseerd vanaf 1 januari 2017 (dus zelfs indien de aankoop minder dan 6 maanden vóór deze datum gebeurd is).
Om de afschaffing van de speculatietaks te compenseren, worden de TOB-plafonds verdubbeld.
Momenteel is de taks op beursverrichtingen slechts toepasselijk op beursverrichtingen die in België worden gesloten of uitgevoerd. Vanaf 2017 zal hij eveneens verschuldigd zijn op verrichtingen waarvan het aan- of verkooporder gegeven wordt aan een in het buitenland gevestigde tussenpersoon. De opdrachtgever zal dan worden beschouwd als subsidiaire schuldenaar van de taks op beursverrichtingen, behalve indien aangetoond is dat deze buitenlandse tussenpersoon de taks betaald heeft. Hiervoor zal de opdrachtgever een document moeten verstrekken dat de betaling van de taks of de persoonlijke tenlasteneming door de buitenlandse tussenpersoon bevestigt.
