De horlogekunst heeft niets te maken met in de sterren kijken. In Zwitserland is alles berekend, voorzien en gemeten tot in de kleinste details. De horlogekunst van onze voorouders werd zo vaak ontleed: Breguet, Moinet, Huygens, Arnold, Berthoud, Graham en Janvier hebben zowat alles geofferd op het altaar van de wetenschap en de hedendaagse horlogemakers laten zich nog steeds inspireren door deze rijkdom. Hoe zit het met de generaties van morgen? Is de basis van de horlogerie van de toekomst al gelegd?
In sommige gevallen wel. Het gaat dan niet over onduidelijke extrapolaties, maar over fysica of zelfs logica. Van bepaalde materialen is nu al duidelijk dat ze de volgende tien tot twintig jaar zullen uitgroeien tot de referentie. Het staat vast dat zowel de lichtheid als de precisie nog zullen verbeteren. Het formaat wellicht niet: verkleining heeft weinig zin als dat leidt tot uurwerken die onleesbaar worden. De diameter van een mechanisch uurwerk schommelt meestal tussen 35 en 45 mm om het leesbaar te houden; dat zou in de toekomst niet moeten veranderen.
Drie gram voor 770.000 euro
Maar binnen die diameter blijft alles mogelijk. Nu “less is more” de laatste trend lijkt te zijn, legt de mechanische horlogekunst zich toe op de creatie van alsmaar fijnere en lichtere kasten. Daar ligt duidelijk een piste met toekomst voor de horlogekunst. Dat werd alvast uitgebreid verkend door Richard Mille. Het jonge merk dat in 2001 in het leven geroepen werd, verwierf meesterschap in de toepassing van koolstof, een bijzonder lichte en uiterst resistente materie. De RM 27-02 van het merk wist zelfs Rafael Nadal te bekoren. Het binnenwerk weegt amper 3,35 gram. De bezel en de achterkant van het stuk die ontwikkeld werden in partnerschap met North Thin Ply Technology, zijn vervaardigd in een uniek materiaal dat NTPT koolstof (die ook gebruikt wordt in de Formule 1 en in de luchtvaart) combineert met TPT kwarts (een opeenstapeling van meer dan 600 lagen kwartsdraden). Prijskaartje van het lichtste uurwerk ter wereld: 770.000 euro.
Andere merken werken in dezelfde richting, maar hanteren meer democratische prijzen. Dat geldt bijvoorbeeld voor Breitling en zijn innoverende Breitlight, een materie die 3,3 keer lichter is dan titaan en 5,8 keer lichter dan staal, terwijl ze toch harder is. Breitlight is krasbestendig, trekvast en roestvrij; het is niet magnetisch, thermisch stabiel en niet allergeen. Bovendien voelt het warmer aan dan metaal en kan het prat gaan op een licht gemarmerd effect, wat de originaliteit van het design nog versterkt.
Streven naar de ultieme precisie
Aan de binnenkant zal het uurwerk van morgen zich onderscheiden door zijn precisie. Natuurlijk zal zelfs het meest geperfectioneerde mechanische uurwerk er nooit in slagen dezelfde juistheid te bereiken als een kwartsspeelgoed van minder dan vijf euro. In de traditionele horlogekunst is de uitdaging van totaal andere aard. Het komt erop aan de horlogekunst te ontwikkelen om de grootst mogelijke precisie te bereiken uitsluitend via mechanische weg.
Deze bijna mystieke zoektocht wordt aangevoerd door de grootste namen in de industrie. Patek Philippe is één van de goeroes. De manufactuur uit Genève associeerde zich met andere gereputeerde merken (Rolex, Swatch Group, enz.) met een welbepaald doel voor ogen: de fysieke beperkingen die de traditionele materialen per definitie inhouden, overstijgen. Dat leidde tot de komst van silicium. Terwijl een traditioneel horloge gekenmerkt wordt door een opeenvolging van schokken (het bekende tiktak-geluid van zijn kloksignaal), maakt silicium het, dankzij zijn elasticiteit, mogelijk om in alle soepelheid te werken door een stel letterlijk haarfijne plaatjes. Bovendien is silicium ongevoelig voor temperatuurschommelingen. Omega, Longines, Tissot, Jaquet Droz, Breguet en Blancpain maken er al gebruik van en er zouden nog heel wat andere merken moeten volgen.
Slechte golven
Magnetische velden zijn de doorn in het oog van de horlogerie van morgen. De magnetische handtassluitingen, de aanwezigheid van twee gsm’s in een enkele zak, een tablet in de buurt, een laptop of zelfs miniatuurluidsprekers… er zijn een groot aantal factoren die de stalen elementen van een mechanisch horloge potentieel kunnen verstoren. Aangezien sommigen niet dikker zijn dan een haar, is zelfs het kleinste magnetische veld nefast voor de goede werking ervan.
In het verleden beschermde een gewone kooi van Faraday die letterlijk rond het kaliber van een horloge zat, tegen de magnetische aanvallen. Vandaag wordt er veeleer gebruikgemaakt van niet-magnetische materialen. Omega effende het pad, door met zijn Master Chronometer kalibers een extreme resistentie van 15.000 Gauss te garanderen. Deze waarde stemt overeen met de blootstelling aan een MRI. Tegenwoordig is dat een situatie die niet vaak voorkomt, maar aangezien de Zwitserse horlogekunst mikt op de eeuwigheid, is voorkomen beter dan genezen.