Bij een no deal zou het VK de EU zonder overeenkomst verlaten, wat tot gevolg zou hebben dat er geen overgangs/implementatieperiode en geen kaderovereenkomst voor toekomstige relaties zouden zijn. Dit is vooralsnog niet het belangrijkste marktscenario (analisten gaan nog steeds eerder uit van een 'ordelijke scheiding') en ook niet ons basisscenario. Deze uitkomst kan echter niet worden uitgesloten en de waarschijnlijkheid is door het verstrijken van de tijd en de aanhoudende onenigheid sterk toegenomen, nog afgezien van de politieke spanningen aan beide kanten van het Kanaal. In dit verslag analyseren we de komende gebeurtenissen die belangrijk zijn om te volgen en de potentiële marktreactie in het geval van een no deal. |
Officieel moet het VK op 29 maart 2019 de EU verlaten. De EU en het VK streven ernaar de onderhandelingen voor oktober 2018 te hebben afgerond. Aangezien de standpunten nog steeds ver uiteenlopen zo vlak voor de deadline, is een extra EU-top over de brexit in november nu veel waarschijnlijker. Er was oorspronkelijk voor oktober gekozen om het Britse en Europese parlement voldoende tijd te bieden om over de uiteindelijke overeenkomst te stemmen.
Beide hebben hier inderdaad een stem in en daarnaast moet ook de Europese Raad met een versterkte meerderheid instemmen met de terugtrekkingsovereenkomst: 20 van de 27 lidstaten die minimaal 65% van de bevolking vertegenwoordigen. De EU- top van 18 tot 19 oktober blijft de volgende cruciale datum, wanneer de EU-lidstaten samenkomen in Oostenrijk en de vorderingen van de onderhandelingen met het VK beoordelen. |
Het tijdgebrek en de diepgaande onenigheid, met als belangrijkste kwesties de vraag hoe de terugkeer van een "harde grens" tussen Ierland en Noord-Ierland kan worden voorkomen en hoe de toekomst van jurisdictie van het Europees gerechtshof in het VK eruitziet, hebben er de afgelopen tijd toe geleid dat de waarschijnlijkheid van een breuk met de EU zonder een overeenkomst ("hard brexit") is toegenomen. |
Het Britse parlement heeft onlangs een onderzoek gepubliceerd met de titel What if there’s no Brexit deal?, Waarin het scenario's bespreekt die tot een no deal kunnen leiden. |
De meest zorgwekkende zijn: "geen overeenstemming over cruciale onderwerpen, waardoor verdere besprekingen worden geblokkeerd" en "het Britse of Europese parlement wijzen de onderhandelde terugtrekking en de kaderovereenkomst voor toekomstige relaties af". Het Britse parlement heeft ook benadrukt dat zelfs wanneer er een implementatie/transitieperiode zou plaatsvinden, er aan het einde daarvan nog steeds geen formele overeenkomst zou kunnen zijn. |
Het internationaal monetair fonds schat dat een no deal tot een daling van circa 4% van het BBP van het VK kan leiden. Mark Carney, de gouverneur van de Bank of England, denkt dat de huizenprijzen tot 35% kunnen dalen in een periode van drie jaar. |
Bron: Schattingen IMF-leiding.
*Het WTO-scenario gaat uit van een 'harde brexit', waardoor de handel tussen het VK en de andere Europese landen onder de regels van de WTO zou vallen.
Wanneer we kijken naar de reactie van de bredere en meer binnenlandse georiënteerde FTSE 350 op het referendum in juni 2016, hebben we vastgesteld dat de marktverwachtingen in het geval van een no deal de volgende zullen zijn: |
|
De aandelen die het meest te lijden zouden hebben zijn die met de hoogste blootstelling aan de Britse economie. De devaluatie van het pond zou exporteurs bevoordelen boven importeurs. Bedrijven die zich het meest bezighouden met grensoverschrijdende handel en investeringen met de EU zullen door de onzekerheid over de invoerrechten en regelgeving onderpresteren.
Britse bedrijven die hun resultaten in een andere valuta berekenen zullen een directe toename van hun winst per aandeel en dividend per aandeel in GBP ervaren. Dit zijn verwachtingen voor de korte termijn en de inzichten van de markt kunnen op de lange termijn omdraaien (positieve aspecten op de korte termijn en negatieve op de lange termijn, of omgekeerd). |
Het is ook belangrijk om op te merken dat de economie van de EU ook negatief geraakt zou worden in het geval van een no deal; het Europese BBP zou volgens het IMF tot 1,5% kunnen dalen. Hiermee wordt benadrukt dat de grootste winnaar in het geval van een no deal eerder New York dan Frankfurt of Parijs kan zijn. |
De banksector en de reis- en vrijetijdssector waren de sectoren die in de twee maanden na het brexit-referendum in juni 2016 het meest te lijden hebben gehad. Interessant om op te merken is dat het systemisch risico (zoals gemeten door de koersvariaties van een aandeel ten opzichte van zijn index) voor mijnbouw- en de tabakssector die aan de FTSE 350 zijn genoteerd, was afgenomen. |
Politieke en economische onzekerheid leiden zeer zelden tot positieve marktresultaten. De uiteindelijke gevolgen van de brexit zullen pas na maanden zichtbaar worden en zullen afhangen van de mate van samenwerking die blijft bestaan tussen de EU en het VK. Ondertussen kunnen gedisciplineerde en oplettende beleggers mogelijkheden vinden om in deze markt recordwinsten te maken. |