Onder oude schilderkunst verstaan we schilderijen die gemaakt zijn in de periode tussen het begin van de Middeleeuwen en de opkomst van de impressionisten. Sinds een aantal jaren vormen deze schilderijen een nichemarkt voor verzamelaars met kennis van zaken en gepassioneerde liefhebbers. Op deze heel selectieve markt geraken kwaliteitsvolle werken snel verkocht, zelfs al liggen de prijzen niet zo hoog als bij moderne of hedendaagse kunstenaars. Zoals op elke markt geldt ook bij de oude schilderkunst de wet van vraag en aanbod. Het spreekt voor zich dat dit segment tegenwoordig minder goed in de markt ligt en dat er minder kopers voor te vinden zijn. Het aanbod zelf is zeer beperkt door de kleine hoeveelheid belangrijke stukken die op de markt komen, omdat de meesten zich in musea bevinden. Al komen er af en toe wel meesterwerken vrij uit oude privécollecties of zijn er nieuwe toeschrijvingen. In Engeland zijn er grote adellijke families met een uitzonderlijke privécollectie en in Frankrijk worden al eens werken teruggevonden die bijvoorbeeld tijdens de Revolutie zoek zijn geraakt. Zo werd bij renovatiewerken in 2012 een belangrijk schilderij van Charles Le Brun ontdekt in de suite van Coco Chanel in het Ritz in Parijs. Het werk werd ter veiling aangeboden met een redelijke schatting van 300.000 tot 500.000 euro en ging uiteindelijk onder de hamer voor 1,44 miljoen euro, een record voor de kunstenaar. “Het offer van Polyxena” had alle opmerkelijke kwaliteiten om de markt laaiend enthousiast te maken.
Het belang en de waarde van een oud schilderij worden bepaald door een aantal specifieke elementen. Natuurlijk moet het eerst en vooral authentiek zijn. Als het aan een kunstenaar wordt toegeschreven, moet dit worden erkend door iemand met een zekere autoriteit op het vlak van de schilder (een expert of een kunsthistoricus). Ook de herkomst kan de waarde van het werk beïnvloeden als het deel uitmaakte van een opvallende collectie. Werken die nog niet lang op de markt zijn en zeldzame werken zijn eveneens erg in trek. Wat de staat van het schilderij betreft, gaat de voorkeur uit naar oude schilderijen die zo weinig mogelijk restauraties hebben ondergaan. En ook het formaat zal een rol spelen. Maar uiteindelijk wordt de interesse voor een oud werk altijd bepaald door het esthetische genot dat het teweegbrengt.
2016 IN EEN AANTAL CIJFERS
De oude schilderkunst vormt inmiddels één van de kleinste segmenten van de kunstmarkt. Uit het Art Basel & UBS Report 2017 blijkt dat de verkoop van schilderijen van oude meesters in 2016 qua waarde goed was voor 13%1 van de wereldwijde markt van de schone kunsten, tegenover 52% voor naoorlogse en hedendaagse werken, 23% voor moderne kunst en 12% voor impressionistische werken. In termen van verkoopcijfers vermeldt het verslag 1,4 miljard dollar voor alle schilderijen van oude meesters (waarvan 594 miljoen dollar voor Europese meesters), tegenover 5,6 miljard dollar voor naoorlogse en hedendaagse werken, 2,6 miljard dollar voor moderne kunst en 1,3 miljard dollar voor impressionistische werken. Van de vier grote categorieën in de markt van de schone kunsten is die van de oude schilderkunst overigens de enige die een groei registreerde: een stijging met 5% in waarde en met 12% in aantal transacties. Wat de geografische spreiding betreft, blijft Groot-Brittannië met 43% van het marktaandeel het absolute zenuwcentrum voor de verkoop van schilderijen van Europese oude meesters, gevolgd door de Verenigde Staten met 28% en Frankrijk met 7%.
Het gros van de verhandelde schilderijen (93%) wordt overigens verkocht voor een bedrag onder de 50.000 dollar, wat 14% van de waarde van deze markt vertegenwoordigt, terwijl de werken die worden verkocht voor meer dan een miljoen dollar goed zijn voor 51%.
Daarbij moet wel worden vermeld dat de cijfers gebaseerd zijn op de resultaten van verkopen op veilingen en dat er geen rekening gehouden werd met privétransacties, die een enorm grote waarde vertegenwoordigen. Uit het TEFAF Art Report 2017 blijkt dat het aantal onderhandse verkopen toeneemt, omdat ze discreter zijn dan openbare verkopen, waarbij de werken en de prijzen worden gepubliceerd in catalogi en prijsindexen.
Het topsegment van de markt van oude schilderijen is in handen van een aantal grote handelaars en internationale veilinghuizen. De verschillende spelers op deze markt hanteren specifieke strategieën om het klassieke imago van kunst op te frissen en een antwoord te bieden op de wijzigende markttrends. Zo besloot het veilinghuis Christie’s in 2016 om zijn belangrijke schilderijenverkoop in New York te verplaatsen van januari naar april om hem op te nemen in de week van de klassieke kunst met kunstwerken, kunstobjecten, meubilair en decoratieve stukken afkomstig uit de Oudheid tot de 19de eeuw.
In juli vorig jaar wisselde een werk van Peter Paul Rubens, “Lot en zijn Dochters”, voor 58.078.000 dollar van eigenaar bij Christie’s in Londen en het schilderij “Danaë” van de Italiaanse kunstenaar Orazio Gentileschi werd in januari bij Sotheby’s in New York verkocht voor 30.490.000 dollar.
Ook naast de echte meesterwerken blijft het uiteraard mogelijk om oude werken van goedekwaliteitaantekopenvooreenredelijk bedrag, waarbij de klemtoon komt te liggen op de esthetische kwaliteit en de staat van het werk. Of het nu gaat om verkopen op veilingen of beurzen of bij handelaars, er zijn altijd stukken kunstgeschiedenis te vinden van uiteenlopende stijlperiodes en nationaliteiten, van ateliers of kleine meesters, die betaalbaarder zijn dan kunst van de 20ste eeuw.