De Italiaanse rentevoeten stonden eind augustus onder spanning, met 3,2% voor de tienjarige rente (intussen teruggevallen onder de 3%). Dit renteniveau had Italië sinds 2014 niet meer gekend. |
Aan de oorsprong van deze stijging van de rente (die de rentelast verzwaart) ligt de vrees van de beleggers dat Italië de eurozone zou verlaten. Een gegronde vrees, want in dat geval zouden hun schulden niet langer terugbetaald worden in euro, maar in een sterk gedevalueerde nieuwe lire. |
Deze vrees werd nog aangewakkerd door geruchten in de Italiaanse pers. Zo zou de Italiaanse regering gevraagd hebben dat de ECB (Europese Centrale Bank) ook na september Italiaanse staatsobligaties zou blijven aankopen. Waarom? Om te vermijden dat het schiereiland het slachtoffer zou worden van speculatieve aanvallen. |
En ten slotte is er nog een derde element dat beleggers schrik aanjaagt: de komende begroting zou niet in evenwicht zijn. |
Er moet dan ook niet langer gezocht worden naar een uitleg voor de stijging van de Italiaanse rentevoeten op de financiële markten. De financiële wereld wantrouwt Italië. |