Het vermogensregister: wil men "Big Brother" wakker maken?

Hierdoor moeten financiële instellingen gegevens van een titularis van een rekening, niet-ingezetene, meedelen aan de bevoegde administratie van het land waarin ze gevestigd zijn. Deze administratie stuurt deze gegevens vervolgens door aan fiscale administratie van de woonstaat van de betrokken rekeninghouder. Het gaat om de op de rekening van deze cliënt verkregen inkomsten en opbrengsten uit de overdracht van effecten evenals het saldo van de rekening op 31 december van elk jaar (of bij de afsluiting ervan).

Daarnaast bestaan ook nog uitwisseling van inlichtingen tussen landen op basis van de overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting en de verdragen inzake inlichtingenuitwisselingen (meer bepaald tussen de lidstaten van de Europese Unie). Deze informatie kan ook betrekking hebben op buitenlandse onroerende goederen.

 

Hoe zit het in België?

Belgische banken zijn verplicht om aan de Nationale Bank (aan het Centraal Aanspreekpunt) het rekeningnummer van hun cliënten, de naam van de titularis van de rekening en de opening en afsluiting van de rekening mee te delen. Momenteel wordt er geen verdere informatie over deze rekeningen meegedeeld. De belastingadministratie kan toegang krijgen tot deze informatie in geval van aanwijzingen van fiscale fraude of bij een invorderingsprocedure van de niet-betaalde belasting.

Sinds november 2018 moet het UBO-register worden ingevuld door elke vennootschap, vereniging of stichting (door hun beheerder of bestuurder) met vermelding van de gegevens van de beheerder of van elke persoon die er een controle uitoefent, evenals van hun begunstigden, de aandeelhouders of vennoten die een participatie van 25% of meer aanhouden.

Op 10 januari 2019 dienden leden van Ecolo-Groen in de Kamer een wetsvoorstel « ter oprichting van een vermogensregister » in (Kamer, 2018-2019, doc. 54, nr. 3451/001).

Wat is het doel van dit vermogensregister?

Het doel van hun voorstel is de strijd tegen fiscale- en sociale fraude. Het vermogensregister zou toelaten om « na te gaan of het aangegeven inkomen van een bepaalde belastingplichtige overeenstemt met de aangroei van diens vermogen ». Volgens de auteurs « kan een vermogensaangroei die niet verklaard kan worden door het aangegeven inkomen, een indicatie zijn van belastingontduiking».

Dit register moet zo globaal en uitgebreid mogelijk zijn. Het bevat de inventaris van het vermogen van Belgische ingezetenen. Dit omvat het roerend vermogen, al dan niet financieel (met uitzondering van goederen van weinig waarde, dat wil zeggen minder dan 5.000 €), het onroerend vermogen en de schulden van rijksinwoners en dit gewaardeerd op 1 januari.

Worden beoogd: alle onroerende goederen (de Administratie der Domeinen houdt al een kadaster bij van de in België gelegen onroerende goederen en kan toegang krijgen tot de waarde ervan naar aanleiding van de registratie van de akten, zoals verkopen, schenkingen en aangiften van nalatenschap of verdelingen), deposito’s, effecten en levensverzekeringen. Het betreft alle zakelijke rechten voorzien in het Burgerlijk Wetboek: volle eigendom, vruchtgebruik, blote eigendom, erfpacht, recht van opstal, recht van gebruik en bewoning en erfdienstbaarheid.

Wie zou de vermogensbestanddelen aan het register moeten meedelen?

Zowel de belastingplichtigen zelf als derden, met name financiële instellingen, niet-beursgenoteerde vennootschappen, beursgenoteerde vennootschappen die nominatieve effecten uitgeven, en notarissen moeten het register invullen en ieder jaar actualiseren.

Doel is de verplichte informatie aan de Nationale Bank (aan het « CAP ») uit te breiden naar o.a. de waarde van verzekeringscontracten en van de effecten ingeschreven op een bankrekening.

De mee te delen informatie aan het UBO-register wordt ook uitgebreid tot de aandeelhouders of vennoten die participaties van minder dan 25% aanhouden.

Het UBO-register wordt momenteel beheerd door de Administratie van de Thesaurie, terwijl het CAP afhangt van de Nationale Bank. Beide registers en diensten worden overgedragen aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie, een afdeling van de belastingadministratie.

Raadpleging van het vermogensregister zou kunnen via een gemotiveerde aanvraag gericht aan een overste met ten minste de titel van adviseur-generaal. Raadplegingen worden gedurende 10 jaar bewaard.

Wat te denken van dit voorstel?

Gelet op de huidige meerderheid is een parlementaire goedkeuring van dit voorstel weinig waarschijnlijk. Het is echter een nieuwe voorbode van nog meer transparantie- en inzage in het vermogen van de Belgen.

Het zou zelfs kunnen leiden tot een wijziging van de inkomstenbelasting. Doel van de auteurs is immers om een databank m.b.t. het (financiële) vermogen te creëren, op basis van de inkomsten die het genereert. Dit kan leiden tot de verplichting om roerende inkomsten aan te geven terwijl deze momenteel kunnen genieten van de bevrijdende roerende voorheffing.

De memorie van toelichting vermeldt dat de administratie dankzij deze vermogensbestanddelen een voorstel van aangifte voor elke inwoner kan opstellen. Enkel de resterende vermogensbestanddelen moeten door de belastingplichtigen worden aangegeven wat een verlichting van de administratieve last voor hen zou betekenen.

Momenteel zijn meerwaarden op aandelen en obligaties, die onder het normale beheer van een vermogen door een goede huisvader vallen, nog vrijgesteld. Wordt deze vrijstelling afgeschaft? Deze meerwaarden leiden immers tot een vermogensaangroei. Een belasting van deze aangroei houdt het risico in dat vermogende belastingplichtigen naar het buitenland trekken.

Dat geen verband wordt gelegd tussen dit voorstel en de intentie om – zodra dit vermogensregister operationeel is - een belasting in te voeren op het globale vermogen of de globale vermogensaangroei (in plaats van vermogensbelasting op effectenrekeningen) is verwonderlijk? Tenslotte is het verkeerd ervan uit te gaan dat de discretie waaraan Belgen gehecht zijn ook belastingontduiking en fraude betekent.