Een wettelijke bepaling (die reeds vele jaren bestaat) beoogt dit soort verrichting te dwarsbomen. Artikel 18, lid 1, 4°, van het WIB stelt de betaalde interesten in bepaalde omstandigheden gelijk met dividenden. In plaats van als lasten te worden aanzien, zullen deze interesten worden beschouwd als door de vennootschap betaalde divi- denden en zullen ze niet aftrekbaar zijn van haar belastbare grondslag.
IN WELKE OMSTANDIGHEDEN WORDEN DEZE INTERESTEN ALS DIVIDENDEN BESCHOUWD?
De interesten worden in dividenden geherkwalificeerd wanneer ze door een vennootschap worden betaald aan haar bestuurder of aan haar aandeelhouder in ruil voor een « voorschot » dat haar werd toegekend, indien en voor zover:
HET VOORSCHOT
Het voorschot bestaat in een geldlening, al dan niet vertegenwoordigd door effecten, met uitzondering van obligaties of gelijksoortige effecten uitgegeven door een openbaar beroep op het spaarwezen.
DE KREDIETGEVER
Het voorschot moet aan een vennootschap worden verleend door een natuurlijke persoon die er aandeelhouder van is of door een natuurlijke persoon of een vennootschap die er bestuurder van is, maar het kan ook worden verleend door de echtgenoot of de minderjarige kinderen van die natuurlijke persoon.
De bepaling breidt zich eveneens uit tot de personen die de functie van bedrijfsleider, vereffenaar uitoefenen en tot de vennoten van personenvennootschappen, al dan niet actief. Indien de kredietgever een aan de Belgische vennootschapsbelasting onderworpen vennootschap is, worden de interesten niet geherkwalificeerd. Deze interesten worden immers opgenomen in de belastbare grondslag van de vennootschap die ze ontvangt.
DE LENENDE VENNOOTSCHAP
De kredietnemer moet een vennootschap zijn, ongeacht haar rechtsvorm: een personenvennootschap (bv. een bvba) of een kapitaalvennootschap (bv. een naamloze vennootschap).
Een vzw wordt in casu echter niet als een vennootschap beschouwd. Indien een lening aan een vzw wordt verleend door één van haar bestuurders, vindt er geen herkwalificatie plaats.
KAN MEN LENINGEN TOEKENNEN WAARVAN DE VOORWAARDEN DE BOVENVERMELDE GRENZEN OVERSCHRIJDEN?
We stellen in de eerste plaats vast dat de wet strekt tot de herkwalificatie van de betaalde interesten krachtens een leningsovereenkomst. Indien de partijen geen betaling van een interest overeengekomen zijn, is er geen reden tot herkwalificatie.
De wet verbiedt niet om aan een vennootschap een lening toe te kennen waarvan de conventionele voorwaarden de bovenvermelde grenzen overschrijden. Een dergelijke lening vormt geenszins een inbreuk op de fiscale bepalingen. De kredietgever moet zich er echter van bewust zijn dat als hij een lening met die kenmerken toekent, het deel van de interesten dat deze grenzen overschrijdt, zal worden geherkwalificeerd in dividenden.
De oorsprong van de geleende kapitalen is van geen belang: de kredietgever kan een som geleend hebben bij een financiële instelling of een andere vennootschap, of hij kan zijn eigen gelden gebruikt hebben.
De schuldvordering tegen de lenende vennootschap waarvan de kredietgever houder is, moet niet noodzakelijkerwijs haar oorsprong vinden in een schriftelijke overeenkomst.
HET VOORSCHOT MOET EEN « GELDLENING » ZIJN
Het voorwerp van de lening moet een som geld zijn die ter beschikking van een vennootschap wordt gesteld.
Deze voorwaarde heeft aanleiding gegeven tot tal van, onder meer gerechtelijke, debatten. Wanneer een som op de rekening-courant wordt ingeschreven bij wijze van een schuld van de vennootschap, gaat het dan om een geldlening?
De administratie heeft lange tijd staande gehouden dat de inschrijving van een schuld op de rekening, zelfs indien ze niet uit een schriftelijke leningsovereenkomst voortvloeide, aanleiding gaf tot een rekening- courant waarbij de betaalde interesten zouden kunnen worden geherkwalificeerd in dividenden. Ze werd daarin bijgetreden door een arrest van het Hof van Cassatie1, dat het voorwerp was van diverse kritieken. De inschrijving van een schuld op de rekening- courant omdat de betaling van de prijs van een aan de vennootschap verstrekte dienst of geleverd goed wordt uitgesteld, vormt op zich immers geen geldlening.
Volgens het burgerlijk recht wordt een geldlening gekenmerkt door de materiële afgifte van een som geld. De rekening-courant kan enkel als een lening worden beschouwd indien de partijen de vennootschap hebben willen laten genieten van het gebruik van een som geld, onder last voor de vennootschap om ze terug te betalen.
In meer recente beslissingen2 heeft het Hof van Cassatie haar eerdere interpretatie gerelativeerd. Het Hof heeft zich uitgesproken in zaken waarin een bestuurder aan zijn vennootschap aandelen had overgedragen waarvan de prijs laattijdig betaald werd. De schuld van de vennootschap was ingeschreven op de rekening-courant. Het Hof van Cassatie heeft geoordeeld dat een rekening-courant een geldlening kon zijn, maar niet noodzakelijkerwijs het bestaan van een geldlening inhield. Het herinnerde eraan dat de geldlening wordt gekenmerkt door de afgifte van een som geld en dat er aan dit essentiële kenmerk van een lening, in beginsel, niet voldaan wordt wanneer een schuld op de rekening-courant wordt ingeschreven.
Het Hof heeft later uitspraak gedaan in een soortgelijke zaak. De overeenkomst van overdracht van de aandelen vermeldde geen betalingstermijn, wat liet denken dat de koper voor een onbepaalde termijn over de prijs kon beschikken. De verkoopprijs werd geboekt onder de post « schulden op meer dan één jaar » en interesten werden als lasten opgenomen onder de ondubbelzinnige benaming « interesten lening aandelen »3. In dit geval leidde het Hof af dat de partijen de verkoopprijs van de aandelen ter beschikking van de verwervende vennootschap hadden willen stellen in de vorm van een lening tegen interest, wat de herkwalificatie van de betaalde interesten met zich meebrengt.
Voor de administratie is het feit dat er in de overeenkomst geen termijn voor de betaling van de prijs wordt bepaald of dat de betalingstermijn abnormaal lang is, een criterium om te besluiten tot het bestaan van een geldlening.
HOE KAN DE HERKWALIFICATIE WORDEN TOEGEPAST?
De herkwalificatie gebeurt niet voor het totale bedrag van de door de vennootschap betaalde interesten. Ze wordt slechts toegepast in de volgende mate:
Bovendien worden de interesten slechts geherkwalificeerd ten belope van de periode tijdens dewelke de persoon die de lening toegekendheeft, aandeelhouderofbestuurder was. Het is mogelijk dat de kredietgever tijdens het boekjaar zijn aandelen verkocht heeft of dat zijn bestuurdersmandaat ten einde gelopen is.
UITZONDERINGEN OP DE HERKWALIFICATIE
De herkwalificatie vindt niet plaats indien de interesten worden betaald ter vergoeding van obligaties of effecten uitgegeven door een openbaar beroep op het spaarwezen of indien de lening wordt toegekend door een Belgische vennootschap onderworpen aan de vennootschapsbelasting (zie hoger).
CONCLUSIE: PRAKTISCHE TIPS
Indien een kredietovereenkomst wordt gesloten tussen de bank en een natuurlijke persoon in plaats van met de vennootschap waarvan hij aandeelhouder of bestuurder is, gebeurt het vaak dat de voorwaarden van deze lening worden afgewenteld op de vennootschap.
Bij het opstellen van de overeenkomst tussen de natuurlijke persoon en de vennootschap is hetraadzaamom,indienmogelijk,tevermijden dat er geen terugbetalingstermijn van de lening of een te lange terugbetalingstermijn wordt vermeld.
Indien, om herkwalificatierisico’s te vermijden, de lening wordt opgedeeld en aldus het voorwerp is van twee overeenkomsten, zou de administratie kunnen stellen dat deze splitsing fiscaal misbruik is en dat er aanleiding zou zijn om de twee overeenkomsten te beschouwen als zijnde één geheel, wat dan een herkwalificatie met zich kan meebrengen.
Indien de verschuldigde interesten worden geboekt op een rekening genaamd « interesten van lening » of « terugbetaling van de geldlening », kan de administratie de wettelijke bepaling gemakkelijk inroepen die haar toelaat om de betaalde interesten te herkwalificeren.
Deze materie zet dus aan tot voorzichtigheid, des te meer daar de marktrente momenteel nog relatief matig is.
Ons departement Wealth Planning & Structuring staat te uwer beschikking voor alle bijkomende informatie.