Eerst en vooral voert men een verlaging door van de tarieven voor de erfgenamen die in het verleden het zwaarst getroffen werden, zijnde de categorie “tussen broers en zussen” en deze “tussen alle anderen”.
Het huidige toptarief van 65% zal verlaagd worden naar 55% én er zal eveneens een nieuwe schijf bijkomen van 25%. Concreet betekent dit het volgende:
Van |
Tot | Tussen broers & zussen | Tussen alle anderen |
---|---|---|---|
0,01 EUR | 35.000 EUR | 25% | 25% |
35.000,01 EUR | 75.000 EUR | 30% | 45% |
75.000,01 EUR | 50% | 55% |
Voor het overige blijven de regels hetzelfde:
Ook de verervingen in rechte lijn en tussen partners zijn onderhevig aan enkele -zij het dan kleinere- wijzigingen.
De tarieven, die variëren tussen 3% en 27%, blijven behouden, evenals de opsplitsing tussen roerend en onroerend vermogen én de berekening per erfgenaam.
Nieuw is de voetvrijstelling ten belope van 50 000 Euro op het roerend erfdeel dat men als partner erft (“besparing” van 1 500 Euro). De vrijstelling van de gezinswoning tussen partners blijft ongewijzigd behouden.
In rechte lijn zijn er dan weer enkele belangrijke wijzigingen voor kinderen die voor hun 21ste verjaardag volle wees worden:
Vandaag is het vruchtgebruik dat de langstlevende der echtgenoten of wettelijk samenwonende partner verkrijgt in gevolge de inbreng van schenkingen -het zogenaamd wettelijk voortgezet vruchtgebruik- niet onderworpen aan erfbelasting.
Dit wettelijk voortgezet vruchtgebruik zal echter vanaf 1 september 2018 wel degelijk aan erfbelasting onderworpen zal worden. Een uitzondering moet gemaakt worden indien dit voortgezet vruchtgebruik betrekking heeft op de gezinswoning. In casu zal de vrijstelling van erfbelasting voor de gezinswoning uitwerking krijgen.
De langstlevende der echtgenoten of wettelijk samenwonenden partners kan uiteraard steeds aan dit vruchtgebruik verzaken zodat er geen erfbelasting geheven kan worden.
Let wel dat dit voortgezet vruchtgebruik vanaf 1 september 2018 enkel nog mogelijk is voor de schenkingen die tijdens het huwelijk of de wettelijke samenwoning gedaan werden.
Anders is het gesteld met de terugval van vruchtgebruik, die dan weer niet langer aan erfbelasting onderworpen is. Van een terugvallend vruchtgebruik is er sprake wanneer de erflater een schenking heeft gedaan en waarbij hij/zij zich niet alleen het vruchtgebruik heeft voorbehouden maar tevens heeft bepaald dat dit vruchtgebruik na zijn/haar overlijden toekomt aan een derde.
Denken wij hierbij aan de schenking door vader aan de kinderen van een effectenportefeuille met voorbehoud van vruchtgebruik, waarbij voorzien wordt dat bij het overlijden van vader diens vruchtgebruik overgaat naar zijn langstlevende echtgenote/wettelijk samenwonende partner.
In onze volgende blog zullen wij dieper ingaan op de nieuwe schenkbelasting die vanaf 1 september 2018 van toepassing zal zijn.
Wenst u meer informatie? Aarzel niet om dit met uw private banker te bespreken of om ons te contacteren. |
Wij zullen een beroep doen op onze experts inzake Vermogensplanning en –structurering om al uw vragen te beantwoorden. |