Eindejaarsfeesten: Cadeau of schenking?

Wat is het verschil tussen een cadeau en een schenking in de zin van het Burgerlijk Wetboek?

De wet voorziet geen bepaling die toelaat om te oordelen vanaf welk bedrag we kunnen spreken van een cadeau of van een schenking. Anderzijds bepalen sommige regels een verschillende behandeling, zowel op burgerlijk als op fiscaal vlak.

In tegenstelling tot een cadeau is een schenking inbrengbaar in de nalatenschap van de schenker. De inbreng is een rechtsmechanisme dat erin bestaat om, bij het overlijden van de schenker, zijn vermogen opnieuw samen te stellen door er fictief terug alle door hem gedane schenkingen in op te nemen teneinde te zorgen voor de naleving van de rechten van zijn erfgenamen, en meer bepaald zijn reservataire erfgenamen.

Indien een schenking of schenkingen afbreuk gedaan hebben aan de reservataire rechten van een erfgenaam, kan/kunnen ze aanleiding geven tot inkorting. Anderzijds moet een cadeau niet in de nalatenschap van de schenker worden ingebracht. Het zal worden behouden door de begunstigde ervan.

In tegenstelling tot een cadeau is een schenking tussen echtgenoten op elk ogenblik herroepbaar zonder een reden te moeten inroepen.

Een gebruikelijk geschenk kan niet door de schenker worden teruggenomen, terwijl een schenking kan worden herroepen wegens ondankbaarheid van de begiftigde.

Een ander gevolg op fiscaal vlak: een schenking die minder dan drie jaar vóór het overlijden van de schenker gedaan werd en die niet geregistreerd werd, moet worden toegevoegd aan het actief dat aan de successierechten onderworpen is. Een cadeau zal worden behouden door de begunstigde ervan, zonder het risico dat hij successierechten verschuldigd is indien het minder dan drie jaar vóór het overlijden van de schenker gegeven werd.

Delicate grens tussen de begrippen cadeau en schenking

Het is soms moeilijk om de grens te bepalen tussen de begrippen cadeau en schenking. Vanaf welk bedrag wordt een cadeau, of volgens het juridisch jargon een “gebruikelijk geschenk”, een schenking?

In de commentaren in de rechtsleer is er één criterium dat vaak terugkomt om ze te onderscheiden: de omvang van de sociale situatie en van het vermogen, zowel van de schenker als van de begiftigde. Met andere woorden, cadeaus moeten in de eerste plaats evenredig zijn met het vermogen van de schenker.

Om te beoordelen of de vrijgevigheid van de schenker kon worden gekwalificeerd als een cadeau in tegenstelling tot een schenking, heeft de praktijk soms verwezen naar een maximumpercentage van 1% van het vermogen van de schenker. Dit gebruik is echter niet in rechte bevestigd.

Net omwille van hun geringe omvang en de afwezigheid van elk risico van verarming van de schenker gelden er voor cadeaus geen burgerlijke bepalingen die vergelijkbaar zijn met die ter bescherming van diegene die een schenking doet.

Opdat ze niet als schenkingen kunnen worden beschouwd, moeten cadeaus worden gegeven naar aanleiding van wereldse omstandigheden of bijzondere gebeurtenissen waarbij het gebruikelijk is om cadeaus te geven. Naast de eindejaarsfeesten geldt dit eveneens voor een verjaardag, de geboorte van een kind, een doopsel, het behalen van een diploma, enz.

De beoordeling van een cadeau zal aldus afhankelijk zijn van de omvang van het vermogen van de schenker. Wij kunnen gemakkelijk begrijpen dat een schenker met een aanzienlijk vermogen of een weelderige levensstandaard luxueuze cadeaus geeft, terwijl deze voor een minder welgestelde persoon als echte bevoordelingen in de zin van het Burgerlijk Wetboek zullen worden beschouwd. 

Ook mogen we niet vergeten dat voor een goede familiale verstandhouding, de schenker er alle belang bij heeft om een gelijkheid tussen de begiftigden in acht te nemen, ook al kan hem in rechte geen eventueel onevenwicht tussen de begunstigden van de cadeaus worden verweten.

Tot slot is het van weinig belang op welke manier het cadeau gegeven wordt. Hoewel het gebruikelijk is om het in de vorm van contanten of een juweel te geven, belet niets dat het cadeau in de vorm van een bankoverschrijving gegeven wordt.

De wet omkadert de vrijgevigheid van schenkers dus enigszins, maar laat hen niettemin een grote vrijheid mits ze evenredig is met hun vermogenssituatie.