Na een carrière als weinig voorbeeldige student loopt Léger stage bij een architect, waarna hij besluit dat hij schilder wil worden. In 1900 trekt hij naar Parijs om er les te volgen aan de Ecole des Arts Décoratifs en de Académie Julian. Hij raakt in de ban van het kubisme en weet een plekje te bemachtigen onder de kunstenaars van de avant-gardebeweging. Hij komt in contact met de befaamde kunsthandelaar Daniel-Henry Kahnweiler, die hem tentoonstelt in Moskou en New York. Maar de oorlog breekt uit en hij wordt opgeroepen. Deze ervaring zal zijn humanisme en zijn belangstelling voor machines nog een extra impuls geven.
Na de oorlog begint hij de stad en de machines te schilderen. Zodra hij kan, gebruikt hij grote formaten. Zijn sluimerende belangstelling voor de architectuur brengt hem tot het schilderen van fresco’s, onder meer in openbare plaatsen. Hij beperkt zijn kunst evenwel niet tot de schilderkunst: hij werkt ook mee aan decors voor theater, ballet en film.
Zijn kunst weerspiegelt een steeds complexere wereld waarin de mens een massa tegenstrijdige indrukken te verwerken krijgt
Fernand Léger maakt kunst voor iedereen. Hij is sociaal en politiek geëngageerd, geeft lezingen en realiseert grote muurschilderingen. Daarmee maakt hij zijn droom waar om avant-gardistische en populaire kunst te versmelten.
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog vestigt hij zich in New York. De stad zal hem de inspiratie leveren voor zijn laatste grote composities. Op dat moment is New York voor hem al geen onbekend terrein meer. In 1935 had het MOMA al een grote retrospectieve aan hem gewijd en ook verschillende universiteiten hadden hem al als gastspreker uitgenodigd.
De tentoonstelling werd samengesteld door het Centre Pompidou-Metz in samenwerking met Bozar en illustreert de verschillende facetten van zijn oeuvre.
Tot 3 juni te bezoeken in het Paleis voor Schone Kunsten, van dinsdag tot zondag van 10u00 tot 18u00 en op donderdag van 10u00 tot 21u00.
Credits: Fernand Léger, Les Loisirs-Hommage à Louis David, 1948 – 1949 © Centre Pompidou, MNAM-CCI/Jean-François Tomasian/Dist. RMN-GP