Europese economie: wat brengt 2018?

Kan deze goednieuwsshow in 2018 blijven doorgaan?

Zonder in overdreven pessimisme te vervallen, zijn daar toch wat kanttekeningen bij te plaatsen. Vooreerst is de groeispurt in Europa ten dele een weliswaar broodnodige en deugddoende, maar toch tijdelijke inhaalbeweging na een aantal erg zwakke jaren. Het huidige groeitempo overtreft de potentiële groei en is dus niet al te lang houdbaar. De meeste economen gaan ervan uit dat de potentiële groei in Europa bij de huidige ongunstige demografische evolutie en eerder zwakke productiviteitsgroei hooguit 2% beloopt. Het lijkt dus aannemelijk dat de groei in 2018 iets zal verzwakken. Toch zou het groeitempo rond een zeer aanvaardbare 2% moeten blijven, voldoende om een verdere daling van de werkloosheid te mogen verwachten. Maar aan elk scenario zijn risico’s verbonden en ook volgend jaar kunnen nogal wat elementen roet in het eten gooien!

Het politieke risico

Vooreerst is het politieke risico nog niet helemaal geweken. Voor 2018 kijkt de markt hierbij vooral naar Italië. De verkiezingen daar zouden immers met de 5-sterrenpartij opnieuw een anti-Europese populistische partij aan de macht kunnen brengen. De beweging blijft in de peilingen nek-aan-nek liggen met de democraten van gewezen premier Renzi, met zo’n 28% van de stemmen. Nu heeft Grillo, de leider van deze partij, zijn anti-Europese en anti-euroretoriek de jongste maanden wel wat getemperd, maar wat hij werkelijk zal doen mocht hij aan de macht komen, is toch een ander paar mouwen. De partij heeft enkele maanden terug laten weten dat een referendum over de deelname van Italië aan de euro kan worden gehouden als laatste oplossing indien er geen fiscale tegemoetkomingen vanuit de Europese Unie kunnen worden afgedwongen. Dit zwaard van Damocles hangt dus nog altijd boven de eurozone en kan opnieuw voor heel wat turbulentie zorgen.

Het monetaire risico

Naast het politieke risico is er het monetaire risico. De ECB gaat haar aankopen van obligaties in 2018 immers met de helft terugschroeven, van €60 miljard naar €30 miljard. Bovendien zullen de steunaankopen vanaf oktober waarschijnlijk verder terugvallen, en mogelijk stoppen ze zelfs helemaal. De Europese patiënt wordt dus van het sterk ondersteunende monetaire infuus gehaald en het zal de vraag zijn of hij voldoende aangesterkt is om zelfstandig verder te leven. Want dat het afbouwen van de monetaire stimuli tot hogere rentes zal leiden, lijkt haast zeker en de vraag is welke impact dat zal hebben op onze economie. Nu lijkt een beperkte verhoging van de langeretermijnrente niet meteen een groot probleem voor de bedrijven. De rentestand is zo laag dat een beperkte verhoging bezwaarlijk veel investeringsprojecten onrendabel zal maken. Wat de effecten kunnen zijn op de particuliere sector, is misschien andere koek. Veel waarnemers kijken toch met enige bezorgdheid naar de situatie op de vastgoedmarkt. De prijsstijgingen van de afgelopen jaren lijken toch vooral debet aan de erg goedkope kredietverlening en bovendien heeft menige ontlener zich ook diep in de schulden gestoken om zijn woning of appartement te verwerven, waardoor die vastgoedmarkt misschien wel kwetsbaar is voor hogere rentetarieven. Sommigen argumenteren zelfs dat dit misschien een gezonde correctie zou kunnen inluiden en dat de huidige bouwwoede eerder naar een bubbel neigt!

En tenslotte is het ook de vraag in welke mate wat hogere rentetarieven terug voor meer vertrouwen en kooplust kunnen zorgen bij het grote en groeiende deel van de bevolking dat een eerder karig pensioeninkomen moet aanvullen met de inkomsten van hun bijeengespaarde kapitaaltje. Ze zagen deze inkomstenstroom de voorbije jaren volledig opdrogen, waardoor velen genoopt waren hun consumptie terug te schroeven. Een zeker herstel van hun rente-inkomsten kan allicht tot een herstel van hun bestedingen leiden en dus mee de groei ondersteunen. De meest prangende vraag wordt allicht wat de hogere rente kan betekenen voor de overheidsfinanciën. Sommige landen in de eurozone hebben intussen een begroting in evenwicht, maar in landen zoals Frankrijk en Spanje blijven de tekorten toch rond de Europese 3%-grens schommelen. Bovendien is de schuldgraad van de meeste Europese landen nog steeds (te) hoog, in vele gevallen rond of zelfs boven de 100%. Het is duidelijk dat nogal wat landen dus kwetsbaar zijn voor hogere rentes: dat zal hen ofwel nopen terug hogere tekorten te aanvaarden (wat niet naar de zin van Europa zal zijn), ofwel zullen ze op hun primaire uitgaven moeten bezuinigen (wat niet naar de zin van hun burgers zal zijn en bovendien ongunstig is voor de economische groei). Het ziet er vooralsnog niet naar uit dat de Europese regeringen en de burgers veel zin hebben in een nieuw soberheidsverhaal, dus zal het ons benieuwen of de meevaller van de hogere groei in staat zal zijn de tegenvaller van de stijgende rente te compenseren.

Wat met de wereldeconomie?

Naast deze interne risico’s is de Europese economie uiteraard niet ongevoelig voor wat zich zal afspelen op het bredere toneel van de wereldeconomie. En ook hier zitten mogelijke addertjes onder het gras. Om dicht bij huis te beginnen: er is vooreerst de ganse Brexit-saga. De klok tikt onverbiddelijk verder naar maart 2019, het tijdstip waarop het Verenigd Koninkrijk de Unie moet verlaten. Als er geen deal kan worden gesloten over de nieuwe handelsverhoudingen tussen het VK en Europa dreigt hier een flinke strop voor menig Europees exporteur. En helaas lopen deze onderhandelingen niet van een leien dakje. Ondanks de recente vooruitgang inzake enkele heikele punten (vooral de betalingen die het VK na de uitstap nog verschuldigd is aan Europa), blijft momenteel de kwestie van een « harde » grens tussen het Britse Noord-Ierland en de republiek Ierland een struikelblok dat de eigenlijke onderhandelingen over een handelsakkoord belemmert. En zelfs al mocht dit opgelost geraken, dan rest er bitter weinig tijd om nog tot een goed akkoord te komen. Afwachten dus hoe dit verhaal afloopt.

De chinese groei

Op het bredere economische plan is er verder veel bezorgdheid over de stabiliteit van de Chinese economie. Ik weet het, beste lezer, dit gegeven is intussen een bijna jaarlijks terugkerende “evergreen” in de risico’s die elk jaar op de economenlijstjes staan, maar het blijft er met recht en reden op prijken. Op het net afgelopen grote partijcongres leek China zijn groeistrategie wat bij te stellen door wat groeipotentieel op te geven in ruil voor een hogere kwaliteit van de groei. Concreet: wij aanvaarden wat minder snel, maar evenwichtiger en meer duurzaam te groeien door onze schuldgraad, onze milieuvervuiling en onze groeiende ongelijkheid terug te dringen. Maar zoals het Europese wedervaren van de afgelopen jaren aangetoond heeft, is het erg moeilijk om het juiste evenwicht te vinden tussen het tempo van schuldafbouw en het behoud van voldoende economische groeisnelheid. Reden genoeg dus om dit verhaal met argusogen te volgen.

Geopolitieke spanningen

Verder blijft president Trump met zijn « America first »-agenda voor de nodige hoofdbrekens zorgen. Helaas is hij intussen niet de enige leider met een uitgesproken nationalistische agenda die de samenwerking op wereldvlak bemoeilijkt, en dat op een moment dat veel van onze grootste problemen, van de opwarming van de aarde over de groeiende ongelijkheid tot de onhoudbare explosieve groei van de wereldbevolking, een uitgesproken mondiale dimensie krijgen. Tenslotte is er nog de geopolitieke situatie, waarbij vooral een crisis rond Noord-Korea een potentiële bedreiging voor het conjunctuurscenario vormt.

U ziet, beste lezer, dat 2018 terug een spannend jaar kan worden voor het oude continent. Toch gaan wij ervan uit dat het hervonden groei-elan en het herstel van het vertrouwen in staat zullen zijn om het hoofd te bieden aan de neerwaartse risico’s. Wij verwachten dus opnieuw een gezonde groei van de Europese economie in 2018. Maar op de markten zou de volatiliteit na een eerder saai 2017 wel eens terug kunnen oplopen. De volatiliteit werd immers in de kiem gesmoord door de vloed van geld die de centrale banken op de wereld loslieten. Nu hieraan een einde lijkt te komen, zouden veel marktparameters wel eens met een schok naar meer fundamentele waarderingen kunnen terugkeren …