Er is veel gebeurd sinds de wereldwijde verspreiding van Covid-19, die leidde tot een economische recessie en werd gevolgd door een grote omslag op de financiële markten in het voorjaar. Centrale banken en overheden hebben zich gemobiliseerd om de economische crisis te lijf te gaan via miljardensteun aan bedrijven en consumenten. Daardoor kenden de beurzen een mooi herstel, zijn de rentetarieven nog verder gedaald en zijn veilige havens zoals goud en de Japanse yen populaire instrumenten geworden om te diversifiëren. Overheden en instellingen zullen hun steunmaatregelen nog een hele tijd moeten verlengen, aangezien het economisch herstel de afgelopen weken is afgezwakt in een context zonder inflatie. Bovendien bestaat het risico dat bedrijven hun investeringen zullen uitstellen en dat een deel van de tijdelijk werklozen hun job definitief zullen verliezen, wat het consumentengedrag zou kunnen ondermijnen.
Na een volatiele zomer moesten de aandelenmarkten in september een stap terugzetten. Dit was niet enkel het geval voor de brede indexen zoals Eurostoxx50, Dow Jones en S&P500, maar ook voor de Nasdaq, die wordt gedomineerd door technologieaandelen. Niet geheel onlogisch natuurlijk, na de sterke aanloop van de afgelopen maanden. Door een tweede golf van coronabesmettingen lijkt een soepel economisch herstel nog niet aan de orde en er staan een aantal belangrijke politieke gebeurtenissen op de agenda die tot aarzeling kunnen leiden. Dit alles heeft de dynamiek van de beurzen verzwakt.
De Chinese beursindexen vormen hier een uitzondering op. Ze worden ondersteund, doordat de pandemie er goed onder controle blijft, wat de export en de industriële productie ten goede komt. De komende weken kijken we uit naar de bedrijfsresultaten van het derde kwartaal. Bedrijven die de afgelopen maanden goede cijfers konden voorleggen, werden hiervoor beloond op de beurzen.
Photo by Markus Spiske on Unsplash