Waardering van het belastbaar voordeel op basis van de huidige wetgeving
Indien een vennootschap een woning gratis ter beschikking stelt aan een bedrijfsleider, dan kent ze hem een voordeel van alle aard toe. Dit voordeel maakt een belastbare bezoldiging uit voor de bedrijfsleider.
Het uitvoeringsbesluit van het Wetboek der Inkomstenbelastingen legt de waardering van dit voordeel vast als volgt:
- Indien de woning ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijke persoon, dan bedraagt het voordeel 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen;
- Indien de woning ter beschikking wordt gesteld door een rechtspersoon, dan zal het voordeel gelijk zijn aan:
- 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen, vermenigvuldigd met 1,25 indien het kadastraal inkomen lager is dan of gelijk is aan 745 euro;
- 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen, vermenigvuldigd met 3,8 indien het kadastraal inkomen hoger is dan 745 euro.
De kritische posities van de hoven van beroep van Gent en Antwerpen in 2016, 2017 en 2018
De hoven van beroep van Gent en Antwerpen oordeelden dat het onderscheid in de berekening van het belastbare voordeel, al naargelang het wordt verstrekt door een natuurlijke persoon dan wel door een rechtspersoon, ongrondwettelijk is (Gent, 24.05.2016 en 20.02.2018; Antwerpen, 24.01.2017).
De officiële reactie van de administratie in de circulaire van 15 mei 2018
In een circulaire van 15 mei 2018 trekt de administratie haar conclusies uit deze rechtspraak en kondigt ze de volgende maatregelen aan:
- De huidige waarderingsregel wordt aangepast, zodat het verschil in behandeling verdwijnt. De uitwerking van een nieuwe methode wordt momenteel bestudeerd;
- In afwachting hiervan, wordt het voordeel steeds berekend volgens de meest voordelige waarderingsregel, met name 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen, ongeacht of de woning ter beschikking wordt gesteld door een natuurlijke persoon of een rechtspersoon;
- Bij de behandeling van de door de belastingplichtigen ingediende bezwaarschriften hieromtrent (of de hangende rechtsgedingen), zal de administratie eveneens de meest voordelige waardering van 100/60 van het geïndexeerd kadastraal inkomen naar voor schuiven;
- Maar de vragen tot ontheffing ingediend door belastingplichtigen na het verstrijken van de bezwaartermijn (zes maanden, te rekenen vanaf de derde dag die volgt op de verzending van het aanslagbiljet), mits inroeping van de rechtspraak of de circulaire, zullen worden verworpen. De administratie gaat er immers van uit dat de voorwaarden hiertoe niet zijn voldaan (een verandering van de rechtspraak maakt geen nieuw element uit dat een vraag tot ontheffing rechtvaardigt).
Wees aandachtig bij het invullen van uw volgende aangifte en met betrekking tot uw bezwaarmogelijkheden
Het is dus aangeraden om de nodige aandacht te besteden aan dit nieuwe standpunt van de administratie bij het invullen van uw aangifte en om, in voorkomend geval, na te gaan of de termijn om een bezwaarschrift in te dienen nog niet verstreken is.
Wenst u meer informatie?