Duitsland: investeren in de toekomst

Wie niet uit Duitsland komt, heeft waarschijnlijk nog nooit van Ahrensburg of Bietigheim-Bissingen gehoord. Maar deze plaatsen prijken wel degelijk prominent op de industriële wereldkaart. Het zijn de vestigingsplaatsen van Basler, een vooraanstaande internationale producent van digitale camera’s, en Dürr, een grote producent van auto-assemblage- en verfstraatsystemen.

Ook al hebben middelgrote familiebedrijven zoals Basler en Dürr geen hoofdkantoor in één van de grootste Duitse steden, toch laten zij duidelijk zien dat Duitsland blijft investeren in digitalisering en disruptieve technologieën – en zichzelf daarmee opnieuw uitvindt voor een nieuw tijdperk.

‘Industrie 4.0-strategie’

Het economische model van het land heeft sinds de Tweede Wereldoorlog in 25-jaars cycli duidelijk veerkracht getoond: een fase van wederopbouw werd gevolgd door aanhoudende groei en vervolgens door de Duitse hereniging. Duitsland is een vooraanstaande exporteur van goederen en diensten naar belangrijke markten zoals de VS, de eurozone en China. En vandaag volgt het land een op de lange termijn gerichte ‘Industrie 4.0-strategie’ waarin volgens bondskanselier Angela Merkel “de wereld van het internet met de wereld van de industriële productie samensmelt”. Dit is één van de projecten die de groei van het land voor de komende 25 jaar ondersteunen.

De opkomende populistische krachten

Ondertussen wordt Berlijn geconfronteerd met opkomende populistische krachten die als een directe reactie gezien kunnen worden op het ‘open deur-immigratiebeleid’ van het land. Alleen al in 2015-2016 vonden 1,2 miljoen immigranten een nieuwe thuis in Duitsland, maar dat leidde wel tot aanzienlijke maatschappelijke spanningen.

Duitsland omarmt het vrije verkeer van personen en een exportmodel dat afhankelijk is van vrije handel. Een stabiele Europese Unie en bredere handelsakkoorden zijn daarom van essentieel belang voor de economische situatie in Duitsland. Berlijn heeft liever een kleinere EU met gemotiveerde lidstaten dan een groter verband dat verscheurd wordt door interne onenigheid. 

Het is inmiddels 19 jaar geleden dat de Duitse mark voor de euro werd ingeruild en er zijn nog maar weinig Duitsers die naar de oude munt terugverlangen. Zij realiseren zich dat de invoering van de gemeenschappelijke munt tot een ongekend hoge banen- en exportgroei heeft geleid. Berlijn is echter niet erg enthousiast over het recente voorstel van het Internationaal Monetair Fonds voor een ‘noodfonds’ voor de eurozone waarin Duitsland EUR 100 miljard moet storten. Het plan voor euro-obligaties kreeg in Berlijn ook een lauw onthaal. ‘Hoewel het enorme overschot op de Duitse lopende rekening het land in staat stelt om de binnenlandse en internationale bestedingen op te voeren, blijft er voor dat laatste toch een brede weerstand op het thuisfront bestaan. 

Toch zijn de overheidsuitgaven de laatste tijd wel wat opgetrokken. De komende twee jaar worden de lonen van de 2,3 miljoen ambtenaren in het land met meer dan 3% per jaar verhoogd, wat de consumptie en de inflatie in de eurozone zal ondersteunen. 

Duitsland biedt niet alleen talloze aantrekkelijke beleggingsmogelijkheden, maar ook veel overnameprooien voor internationale spelers uit de VS, de Perzische Golf en China. Het land lijkt dan ook goed gepositioneerd om te kunnen profiteren van de voortgaande verschuiving van de wereldwijde machtsverhoudingen in de richting van het Oosten.